(hoofdgerecht 4 personen)

4 konijnbouten – 3/4 l. mousserende appelwijn (cider) – 4 rode uien in vieren gesneden – 1 tl tijmblaadjes – 3 pimentbessen, geplet – 50 gr. bloem – zout en peper – 75 gr. boter – 6 kleine stevige handpeertjes – 1-2 tl maïzena – 1 el grove mosterd – 4 el bessengelei

Meng de cider met de uien en kruiden en laat de konijnstukken hierin ca. 1 nacht marineren. Laat de konijnstukken uitlekken, vang het vocht op en dep het vlees met keukenpapier droog. Meng de bloem met 1 tl zout en bestuif de konijndelen ermee. Verhit de boter in een grote braadpan en bak de delen konijn (in etappes) in ca. 15 minuten rondom bruin. Neem het vlees uit de pan. Voeg de uiparten (uit de marinade) toe aan het bakvet en bak ze glazig. Voeg het konijn weer toe, giet het marinadevocht met de kruiden erbij, en breng het geheel tegen de kook aan. Laat het zo zachtjes gaar stoven. Leg de peertjes de laatste 20 minuten tussen de konijndelen en zorg ervoor dat ze in het vocht liggen. Stoof de peertjes zo gaar en schep er regelmatig vocht over. Schep vervolgens het konijn, de uien en peertjes uit het vocht, en kook het vocht op hoog vuur tot de helft in. Roer de maïzena en mosterd met 3 el koud water glad en roer dit met de bessengelei bij het stoofnat. Laat het vocht ca. 2 minuten doorkoken, zodat het mooi bindt. Breng de saus op smaak met peper en zout. Leg konijn, uien en peertjes weer terug in de saus en serveer.

Neem contact op

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op.

Niet leesbaar? Verander tekst.